‘Oh nee! Dat gaat niet!’, zei Paul.
‘Ik weet het, we hebben een probleem. Dus moeten we het oplossen,’ grijnsde ik. Ik had mijn eerste draaischijf gekocht en ze in de keuken gezet. Gelukkig was het zomer. Een maand later zat ik in een klein tuinhuis, amper drie op drie meter groot en zonder verwarming. En toch zat ik er graag. De deuren stonden meestal open, er kwamen eekhoorns langs, zalig. Daar heb ik 2 jaar vertoefd. Nadien hebben we een oude schuur gerestaureerd en zit ik in een, zeg maar grote blokhut, een plek waar ik me thuis voel. Ik kom er tot rust en werk er graag uren aan mijn draaischijf. Daar vergeet ik even alle zorgen van de wereld. Het enige wat me dan interesseert zijn mijn potten.